Monumentale wandkunst tijdens de wederopbouw

Kunsthistorische achtergrond van het monumentale werk van Joop Sjollema
Op de Rijksakademie van Beeldende Kunst maakten de lessen van Richard Roland Holst veel indruk op Joop Sjollema. Roland Holst doceerde het vak monumentale wandschilderkunst. Dit vak kwam voort uit de gedachte dat de beeldend kunstenaar een belangrijke rol kon spelen in de vormgeving van de moderne samenleving. Geïnspireerd door de Engelse ‘Arts and Crafts’-beweging van William Morris gingen aan het eind van de negentiende eeuw ook in Nederland kunstenaars uit verschillende disciplines samenwerken om daarmee het ambacht van het maken van drukwerk, meubelen en gebouwen te verheffen tot kunst. Welke rol speelde Joop Sjollema in deze beweging en wat is er bekend over zijn werk?

Door: Lies Netel

Beweging van tachtig
De Beweging van Tachtig, waartoe ook de beeldend kunstenaars Jan Toorop en Richard Roland Holst behoorden, evenals de architect Hendrik Berlage, zette zich in voor deze nieuwe moderne taak van kunstenaars. Het werken in een gezamenlijk atelier, zoals dat in de middeleeuwen gebruikelijk was bij de bouw van een kathedraal, gold daarbij als ideaal. Op de Rijksakademie maakte Richard Roland Holst zijn leerlingen bekend met deze kunstopvatting en de verschillende technieken van de monumentale kunst, zoals het maken van glas-in-lood, muurschilderingen, mozaïek, sgrafitto, applicatie en inlegwerk.

Wederopbouw
Na de Tweede Wereldoorlog krijgt het vak een enorme impuls, omdat kunstenaars daadwerkelijk worden ingezet bij de wederopbouw. De percentageregeling, die in 1951 werd aangenomen en inhield dat circa 1,5 % van de bouwsom van belangrijke gebouwen van het Rijk moest worden gebruikt voor decoratieve aankleding, werd een extra stimulans voor de ontwikkeling van de monumentale kunst in Nederland. Joop Sjollema gold als beste leerling van Richard Roland Holst en kreeg in de jaren vijftig mede daarom tal van opdrachten. Hij wilde daarbij maatschappelijk gericht en voor iedereen verstaanbaar werk maken. Dat betekende, dat hij weliswaar werkte met zeer verschillende technieken, maar dat zijn beeldtaal hoofdzakelijk figuratief was.

Opkomst abstracte kunst
Met de opkomst van de abstracte kunst kwam deze traditionele en figuratieve vorm van monumentale kunst onder druk te staan. Jongere kunstenaars, onder wie Constant Nieuwenhuis die meer abstract en conceptueel werkten, propageerden een geïntegreerde manier van werken in tegenstelling tot de autonome aanpak van Roland Holst en zijn opvolger Heinrich Campendonk. Ook volgens Sjollema diende een monumentaal wandkunstwerk in dialoog met de architectuur te ontstaan en moest een beeldend kunstenaars zich niet bemoeien met de ruimtelijke ordening van een gebouw. In de loop van de jaren zestig kreeg de opvatting van de abstracten de overhand en raakten meer klassiek werkende kunstenaars zonder opdrachten. Joop Sjollema bereikte in 1965 de pensioengerechtigde leeftijd en voor zijn eigen kunstenaarspraktijk had deze ommekeer minder gevolgen dan voor zijn jongere collega’s. Maar hun moeilijke positie ging hem aan het hart.

   

Monumentale kunstwerken van Joop Sjollema:

1945 wandschildering Stadsschouwburg,Leidseplein 26, Amsterdam, 

1950 glaspaneel Café Schiller, Rembrandplein 24, Amsterdam

1952 glaswand voor de Markthallen in Amsterdam. Deze wand is afgebroken.

1951-53 ramen voor schepen van de Holland Amerikalijn

1955 wand reliëf voor buitengevel en glasappliqué voor raam voor de Opstandingkerk in Eindhoven

1956 wand schildering voor de PTT in Amsterdam (is in 1973 vernietigd)

1957 wand schildering voor een school in Klundert en voor de kantine voor van de Verkadefabrieken in Zaandam.

1958 wand sgrafitto voor kantine Rijks HBS in Sneek,

1958 wand reliëf voor buitenmuur van de Gereformeerde Kerk in IJmuiden-Oost

1959 wand schildering voor het lyceum in Den helder

1960 wand reliëf van geglazuurde baksteen voor Rijks HBS in Den Helder,

1960 keramische wand ‘De Familiekring’ voor de supermarkt De Gruyter in Amsterdam West

1963 twee wandreliëfs van geelkoper voor het Asta Theater in Den Haag

1964 wand reliëf buitenmuur Marnixcollege Ede

1967-69 wandschildering ‘Levensboom’, Gerrit van der Veencollege Amsterdam

1975 plafondschildering, Fruithal, Varik. (Ernstig beschadigd door wateroverlast)